55
afstand tot het zaagblad bij het werken max. 4,5
mm bedraagt.
– Sluit de spanhendel weer.
Aanslagliniaal afnemen
Bij sommige versteksnedes kan het nodig zijn een
aanslagliniaal weg te nemen, omdat deze anders
tegen het zaagaggregaat aan kan komen.
– Draai de moer (11.3) zo ver mogelijk in het
draadgat (naar beneden).
– U kunt nu de aanslagliniaal zijwaarts naar buiten
trekken.
– Draai de moer weer drie slagen naar buiten na-
dat u de aanslagliniaal opnieuw heeft ingezet.
Hulpaanslag
Om het aanslagvlak te vergroten kunt in de boor-
gaten (12.1) van beide aanslaglinialen een hulp-
aanslag van hout (12.2) monteren. Daardoor kunt
u grotere werkstukken veiliger aanleggen.
Let hierbij op de volgende punten:
• De moeren voor het bevestigen van de hulp-
aanslagen mogen niet boven het oppervlak uit
steken.
• De hulpaanslagen mogen alleen voor 0°-ver-
steksnedes gebruikt worden.
• De hulpaanslagen mogen het functioneren van
de beschermkappen niet belemmeren.
7.7 Horizontale verstekhoek
Er kunnen willekeurige horizontale verstekhoe-
ken tussen 50° (aan de linkerkant) en 60° (aan
de rechterkant) worden ingesteld. Bovendien
kunnen de gebruikelijke verstekhoeken worden
ingesteld.
De pijl van de naald (13.2) geeft de ingestelde
horizontale verstekhoek aan. Met de beide mar-
keringen rechts en links van de pijl van de naald
kunt u exact hoeken van een halve graad instellen.
Daartoe moeten deze beide markeringen geheel
samenvallen met de strepen op de schaalverde-
ling.
Standaard-verstekhoek horizontaal
De volgende verstekhoeken kunnen worden in-
gesteld:
links: 0°, 15°, 22,5°, 30°, 45°
rechts: 0°, 15°, 22,5°, 30°, 45°, 60°
– Breng de machine in de werkstand.
– Trek de spanhendel (13.5) naar boven.
– Druk de bevestigingshendel (13.4) naar bene-
den.
– Draai de zaagtafel tot aan de gewenste verstek-
hoek.
– Laat de bevestigingshendel weer los. De beves-
tigingshendel moet merkbaar inklikken.
– Druk de spanhendel naar beneden.
Willekeurige verstekhoeken horizontaal
– Breng de machine in de werkstand.
– Trek de spanhendel (13.5) naar boven.
– Druk de bevestigingshendel (13.4) naar bene-
den.
– Draai de zaagtafel tot aan de gewenste verstek-
hoek.
– Druk de spanhendel naar beneden.
– Laat de bevestigingshendel weer los.
7.8 Verticale verstekhoek
– Breng de machine in de werkstand.
– Open de spanhendel (14.1).
– Draai de keuzeschakelaar (14.2) op het gewenste
instelbereik (0° - 45°, +/-45° of +/-47°).
– Draai het zaagaggregaat tot de naald (14.3) de
gewenste verstekhoek aangeeft. Alleen KS 120
EB: Met de draaigreep voor de fi jninstelling
(14.4) kunt u de verticale verstekhoek gevoelig
instellen.
– Sluit de spanhendel (14.1) weer.
7.9 Speciale afkortstand (alleen KS 120
EB)
Naast de gebruikelijke stand voor het zagen of
afkorten van planken/panelen bezit de machine
een speciale afkortstand voor het afkorten van
hoge plinten tot 120 mm.
– Trek het zaagaggregaat naar voren.
– Draai de hendel (15.3) naar beneden.
– Schuif het zaagaggregaat terug tot de metalen
beugel (15.1) in de achterste opening van het
zaagaggregaat springt.
– In deze stand kunt u nu tot 120 mm hoge plinten
tegen de aanslag afkorten. De trekfunctie en
de verticale draaifunctie van de afkortzaag zijn
echter gedeactiveerd.
– Om de machine weer in de standaardpositie te
brengen, drukt u op de ontgrendelingshendel
(15.2) en trekt u het zaagaggregaat naar voren.
De metalen beugel (15.1) komt daardoor weer
los en de hendel (15.3) draait terug.
7.10 Begrenzing zaagdiepte
Met de traploos instelbare begrenzing van de
zaagdiepte kan het verticale draaibereik van
het zaagaggregaat worden ingesteld. Daardoor
wordt het groeven of afplatten van werkstukken
mogelijk.
Neem de grenzen van de groef in acht: De
L
traploze instelling is alleen mogelijk in het
bereik tussen 0 en 45 mm. Ook de mogelij-
ke lengte van de groef is begrensd. Bijvoor-
beeld: Bij een groefdiepte van 48 mm en een