e. Weet hoe u het gereedschap moet uitschakelen!
Plaats het gereedschap zodanig dat de schakelaar
ervan gemakkelijk toegankelijk is en in geval van nood
snel kan worden uitgeschakeld.
f. Houd het snoer uit de buurt van de boor of het
te bewerken gebied. Snijden in spanningvoerende
draden kan resulteren in een elektrische schok,
brandwonden of elektrocutie.
g.
Draag een veiligheidsbril, gehoorbescherming en
een stofmasker. Het gebruik van een persoonlijke
veiligheidsuitrusting en werken in een veilige omgeving
beperken het risico van letsel.
h. Draag geen handschoenen of loszittende kleding
tijdens gebruik van het gereedschap.
i. Gebruik de juiste boor en snelheid voor uw
toepassing. Gebruik geen boren die een
snijdiameter hebben die groter is dan de capaciteit
van het gereedschap. De boorstandaard is in
eerste instantie bedoeld voor lichte werkzaamheden
in hout, kunststof en metaal. Overbelasting van het
gereedschap kan resulteren in persoonlijk letsel of
beschadiging van het gereedschap.
j. Gebruik nooit botte of beschadigde boren. Scherpe
boren moeten voorzichtig gehanteerd worden.
k. Zorg er altijd voor dat het werkstuk vrij is van
spijkers en andere vreemde voorwerpen.
l. Klem vóór gebruik het werkstuk vast of gebruik de
kolom als steun. Houd nooit een werkstuk in de
hand(en) terwijl u de boor omlaag brengt. Als u het
werkstuk vastklemt, hebt u beide handen vrij om het
gereedschap onder controle te houden (afbeelding 7).
m. Gebruik een “V”-blok voor ondersteuning van
ronde voorwerpen zoals buizen of stangen bij het
boren. Ronde materialen, zoals deuvels, pijpen en
buizen, kunnen gaan rollen als ze worden afgezaagd.
Hierdoor kan de boor vastslaan of het werkstuk naar u
toe schieten.
n. Bij het verrichten van andere bewerkingen dan
boren moet u de kop van het gereedschap in
de gewenste positie en op de gewenste diepte
instellen en vergrendelen. Breng het werkstuk naar
het gereedschap en laat voldoende ruimte tussen
uw hand en de roterende boor.
Deze boorstandaard is ontworpen voor boor-,
schuur-, borstel-, polijst- of slijptoepassingen. Andere
toepassingen kunnen zorgen voor gevaren waartegen
onvoldoende bescherming kan worden geboden.
Als de zijkant van een roterend accessoire wordt
gebruikt voor het verrichten van het werk, bijvoorbeeld
een schuurtrommel, dan moet het werkstuk worden
geplaatst aan de kant van het accessoire die tegen
de voedingsrichting van het werkstuk roteert. Als
het werkstuk wordt geplaatst aan de kant van het
accessoire waar de voedingsrichting en rotatierichting
van het accessoire hetzelfde zijn, dan kan het werkstuk
door het roterende accessoire worden gegrepen en
kan dit resulteren in verlies van controle over het
werkstuk tijdens de bewerking.
o. Start het gereedschap nooit wanneer de boor in het
materiaal zit.
p. Draag een stofmasker bij werken met materialen
die stof produceren dat gevaarlijk is voor de
gezondheid; win van tevoren informatie in over de
materialen waarmee u gaat werken.
q. Na het wisselen van boor of het maken van andere
aanpassingen, moet u ervoor zorgen dat de
spanmoer of andere instelbare onderdelen stevig
zijn vastgezet.
r. Raak de boor tijdens of direct na gebruik nooit aan.
Aanraking met een roterende boor veroorzaakt letsel
en na gebruik is de boor te heet om met blote handen
te worden aangeraakt.
s. Laat lopend gereedschap niet zonder toezicht
achter, schakel alles uit. Alleen wanneer het
gereedschap helemaal tot stilstand is gekomen, is het
veilig om het werkstuk te verwijderen en de standaard
schoon te maken.
MONTAGE (AFBEELDING 1)
HULPSTUK VOOR GEBRUIK MET DREMEL
ROTATIEGEREEDSCHAP MODELLEN 200, 3000 EN
4000
AFBEELDING 1
A. Ophangeenheid
B. Afdekplaatje
C. Ophangdraad
D. Snoerhouder
E. Sleutel
F. Accessoirehouder
G. Hoogte-instelling
H. Vierkantmoer
I. Boorstandaard
J. Gereedschaphouder
K. Buiseenheid
L. Zeskantbout basisplaat
M. Basisplaat
Uw Dremel werkstation 220 verandert
rotatiegereedschappen in een kolomboor voor
boorwerkzaamheden, in een gereedschaphouder voor
schuur- of polijstwerkzaamheden, of in een statief met
exibele as.
DIT GEREEDSCHAP IS NIET BEDOELD VOOR
PROFESSIONEEL GEBRUIK.
1. Monteer de buis aan de basisplaat en zet deze vast
met de zeskantbout en vierkantmoer.
2. Plaats de vierkantmoer (kort uiteinde eerst) in de
standaard en monteer de hoogte-instelling. Plaats de
standaard op de buis en zet de hoogte-instelling vast.
3. Plaats bij verticale positie van de standaard de
vierkantmoer in de boorstandaard en monteer de
hoekinstelknop op de standaard.
4. Monteer de accessoirehouder op de buis, waarbij de
kleine gaten omhoog wijzen.
5. Monteer de snoerhouder.
6. Monteer de ophangdraad en het afdekplaatje.
7. De basisplaat moet met geschikt materiaal (niet bij
de levering inbegrepen) op een werkbank worden
vastgezet.
WERKING
!
LET OP
BELANGRIJK! Het werkstation is
uitsluitend bestemd voor gebruik
met één gereedschap per keer. Hang geen
gereedschap aan de ophangeenheid als een ander
gereedschap in de standaard is gemonteerd.
In de accessoirehouder kunnen de volgende
gereedschappen worden bewaard (niet bij de levering
inbegrepen):
15