• Als er geen horizontaal oppervlak in de top van de mast
aanwezig is, dient een geschikte aanpassing te worden
gemaakt om een horizontaal oppervlak te creëren.
• De windtransducer moet worden geïnstalleerd in de richting
van de voorzijde van de boot
Á
, parallel aan de middenlijn.
OPMERKING: Als u het toestel niet exact naar de voorzijde
van de boot richt, moet u de oriëntatie configureren om
nauwkeurige windhoekgegevens te ontvangen (De richting
aanpassen
, pagina 28).
Houd rekening met de volgende aandachtspunten bij het kiezen
van een bevestigingslocatie voor de wireless server interface
(WSI).
• Voordat u de WSI permanent bevestigt, moet u de
signaalsterkte tussen de windtransducer en de WSI testen
(De signaalsterkte testen, pagina 27).
• De WSI is niet waterbestendig en moet worden geïnstalleerd
op een locatie waar deze niet nat kan worden door
onderdompeling, lekwater of spatwater.
• De beste locatie voor de WSI is onder het dek, nabij de
scheepswand, zo hoog mogelijk in de boot.
• U dient de WSI zo dicht mogelijk bij de windtransducer te
installeren.
• Metalen objecten in het pad tussen de windtransducer en de
WSI zullen de zendafstand aanzienlijk beperken.
• De antenne bevindt zich boven op de WSI
Â
, en werkt het
beste wanneer deze in de richting van de windtransducer
wijst.
• De WSI werkt het beste bij installatie op een scheidingswand
evenwijdig aan de paal van de windtransducer, in voor-
achterrichting.
De montagesteun installeren
1
Gebruik de montagesteun als sjabloon om de locaties te
markeren die u wilt voorboren.
2
Gebruik een boor van 4,5 mm (
11
/
64
inch) om de gaatjes te
boren.
3
Bevestig de montagesteun met de meegeleverde schroeven
op het oppervlak.
Het toestel in de montagesteun bevestigen
1
Draai de borgmoer
À
op het toestel met de hand tegen de
klok in totdat de moer niet verder gaat.
2
Plaats het toestel in de montagesteun door het omlaag te
drukken
Á
en naar achteren te schuiven tot het niet verder
gaat
Â
.
3
Maak het toestel in de steun vast door de borgmoer met de
hand met de klok mee te draaien totdat de moer niet verder
gaat.
4
Bevestig de beveiligingsklem
Ã
op het toestel om te
voorkomen dat de borgmoer losraakt.
Montage van de WSI
Voordat u de WSI permanent bevestigt, moet u de
signaalsterkte tussen de sensor en de ontvanger testen.
1
Kies de bevestigingsplek.
2
Gebruik het toestel als sjabloon en markeer de
voorboorgaten op het montageoppervlak.
3
Gebruik een boor van
1
/
8
inch om de voorboorgaten te boren.
4
Gebruik de meegeleverde schroeven om het toestel op het
montageoppervlak te bevestigen.
De signaalsterkte testen
Voordat u de WSI permanent kunt bevestigen, moet u de
signaalsterkte tussen de windtransducer en de WSI testen.
1
U moet de WSI tijdelijk aansluiten op de GND 10.
2
Als deze nog niet is aangesloten, kunt u de GND 10 op
hetzelfde NMEA 2000 netwerk aansluiten als een
scheepsinstrument.
3
Ga naar een pagina op het scheepsinstrument waar de
windgegevens worden getoond.
4
Selecteer een optie:
• Als er geen windgegevens op het scheepsinstrument
worden weergegeven, moet u de WSI naar een nieuwe
locatie verplaatsen en stap 3 herhalen.
• Als de windgegevens op het scheepsinstrument worden
weergegeven, noteert u de locatie en bevestigt u de WSI
permanent.
Overwegingen bij aansluiten van WSI box
LET OP
Het wordt aanbevolen om de WSI box rechtstreeks aan te
sluiten op een voeding van 12 V gelijkstroom. Het is verplicht
om de box rechtstreeks aan te sluiten op een voeding van 12 V
gelijkstroom als er andere eenheden zijn aangesloten op het
Nexus netwerk of de WSI box.
U moet de WSI box aansluiten op een Garmin GND 10 black-
box bridge om te communiceren met het NMEA 2000 netwerk
op uw boot. Houd rekening met de volgende punten wanneer u
Installatie-instructies 27