11
NEDERLANDS
stilstand te brengen.
• Verwijder de stekker uit het stopcontact:
- voor het verlaten van het apparaat;
- voor het ontstoppen van het apparaat;
- voor het controleren of reinigen van het
apparaat, of voor het verrichten van
onderhoud aan het apparaat;
- na het in contact komen met een vreemd
voorwerp. Controleer het apparaat onmiddellijk
op schade en repareer indien nodig;
- wanneer het apparaat abnormaal begint te
vibreren (controleer onmiddellijk).
Dit apparaat produceert tijdens gebruik
een elektromagnetisch veld. Dit veld kan
in bepaalde omstandigheden interfereren
met actieve of passieve medische
implantaten. Om het risico van ernstig of
dodelijk letsel te verminderen, raden wij
aan dat personen met medische
implantaten hun arts en de fabrikant van
het medische implantaat raadplegen
alvorens dit apparaat te gebruiken.
Gebruik en onderhoud van de machine
• Controleer dat alle bouten, moeren en
schroeven goed aangedraaid zijn.
• Controleer dat het snijmes en de schroef van
het snijmes goed vastgemaakt zijn. Wanneer de
snijranden geslepen moeten worden, moet dit
even op beide zijden worden gedaan om
onbalans te voorkomen. Als het snijmes
beschadigd is, moet het vervangen worden.
• Draag altijd een lange broek en stevig, antislip
schoeisel tijdens het gebruik van de machine.
• Blijf alert tijdens het gebruik alert op vreemde
objecten die weggeslingerd kunnen worden door
de machine.
• Houd kinderen en dieren op een veilige afstand
wanneer de machine gebruikt wordt.
• Til de machine nooit op met draaiende motor.
• Steek je handen of voeten nooit onder de
grasmaaier of in de achteruitworp opening
wanneer de motor draait.
• Forceer de machine niet. Gebruik de juiste
machine voor uw toepassing. De juiste machine
zal het werk beter en veiliger doen.
• Houd handen of voeten uit de buurt van
draaiende delen.
• Onderhoud de machine. Controleer de werking
van bewegende delen, onderdelen op breuk en
andere omstandigheden die van invloed kunnen
zijn op de werking van de machine.
• Laat de machine repareren als deze beschadigd
is. Veel ongelukken worden veroorzaakt door
slecht onderhouden apparatuur.
• Dompel of spuit de machine nooit met water of
andere vloeistoffen. Houd de handgrepen droog,
schoon en vrij van vuil. Reinig na elk gebruik.
• Berg de niet-actieve machine op buiten het
bereik van kinderen en sta niet toe dat personen
die onbekend zijn met de machine of deze
instructies om deze te bedienen. Gebruik van de
machine door onervaren gebruikers is
gevaarlijk.
ELEKTRISCHE VEILIGHEID
Controleer of de op het typeplaatje van
de machine vermelde spanning
overeenkomt met de ter plaatse
beschikbare netspanning.
• Sluit het apparaat voor veilig gebruik aan op een
aardlekschakelaar van max. 30 mA.
BESCHRIJVING (FIG. A)
Uw grasmaaier is ontworpen voor het
maaien van huishoudelijke grasvelden.
Niet geschikt voor professioneel gebruik.
1. Motorbehuizing
2. Voorwiel
3. Maaierbehuizing
4. Achterwiel
5. Invoerbuis onderste duwbeugel
6. Grasopvangbak
7. Onderste duwbeugel
8. Bevestigingsschroef bovenste duwbeugel
9. Bovenste duwbeugel
10. Kabelgeleider
11. Schakelhendel
12. Stroomaansluiting met veiligheidsknop
13. Kabel
14. Kabelhouder
15. Bovenklep
16. Draaghandgreep machine